Proces


Een aardwarmte installatie bestaat uit 2 putten, ook wel doublet, een productieput en een injectieput. De putten bestaan uit stalen buizen die naar een zandlaag zijn geboord op ongeveerd 2km diepte. De eerste 800m zijn de buizen verticaal, hierna buigen de buizen langzaam uit elkaar, de productieput zit in de zandlaag onder het Zuiderpark en de injectieput onder het bedrijventerrein Kerketuinen.

In de productieput hangt een productiepomp op c. 600m diepte die het warme geowater van rond de 79 graden C oppompt. Aan de bovenkant van iedere put zit een put-afsluiter. Het warme geowater gaat vanaf de put-afsluiter via een ondergrondse leiding naar de bovengrondse aardwarmte-installaties in het Warmte-overdracht centrale. Nadat de warmte uit het geowater is overgedragen aan het warmtenet dat de warmte naar de woningen transporteert gaat het afgekoelde geowater weer naar de Injectieput.

Binnen de Warmte-overdracht centrale staat in een apart deel het bovengrondse deel van de Geothermie-installatie.

Hieronder staat in 10 stappen het proces beschreven van een geothermie-installatie:

1. Ondergrondse "well head" productieput

Bovenop iedere geothermieput zit een put-afsluiter. De put-afsluiter zit verbonden aan de ondergrondse leidingen die het geowater transporteren van/naar de bovengrondse geothermie-installatie in de Warmte-overdracht centrale.

2. Gasscheider

Waar de ondergrondse leidingen bij de geothermie-installatie binnenkomen staat de gasscheider. Dit is een tank waar opgelost methaangas gescheiden wordt van het warme geowater. Bij bijna alle geothermieprojecten zit methaangas opgelost in het warme geowater. Als de druk waarmee het geowater naar boven wordt gepompt wordt verlaagd komt het methaangas vrij. Dit kan je vergelijken met een een fles Spawater. Als je daar de dop vanaf draait zie je dat belletjes vrij komen, dit is koolzuurgas dat opgelost is in het bronwater.

3. Gasketel

Het methaangas gaat via een leiding naar een ketel waarmee extra warmte wordt opgewekt.

4. Fakkel

Mocht de ketel om welke reden dan ook niet werken, dan is het vanuit de overheid verplicht om het methaangas toch te verbranden. Dat gebeurt in de fakkel, die weggewerkt is in de kleine schoorsteen op het gebouw. De fakkel is maar een paar uur per jaar aan en is zo ontworpen dat er in de directe omgeving niets van te horen of te zien is.

5. Leidingen naar de filters en de filters zelf

Het warme geowater gaat via leidingen eerst naar filters waar eventueel meegekomen kleine zanddeeltjes eruit wordt gehaald.

6. Warmtewisselaars

Hierna wordt het warme geowater door warmtewisselaars geleid waar de warmte wordt overgedragen aan het warmtenetwater.

7. Leidingen na de warmtewisselaars

Het afgekoelde geowater gaat eerst weer door enkele filters voordat het via een ondergrondse leiding naar he injectieput gaat.

8. Pompkelder met injectiepompen

Omdat het koude geowater inmiddels flink in druk is verlaagd wordt eerst al het geowater met injectiepompen op druk gebracht voordat via de injectieput weer terug stroomt in dezelfde zandlaag als waar het uit kwam. Deze injectiepompen staan in een pompenkelder direct naast de putkelders. Van de pompenkelder naar de de putkelders lopen de leidingen bovengronds.

9. Leidingen van pompkelder naar injectieput

De geothermie-installatie is volledig geautomatiseerd. Toch komt er geregeld een medewerker de installatie inspecteren.

10. Inspectie van de installatie

Een druppeltje afgekoeld geowater doet er ongeveer 6 tot 8 jaar over om weer bij de productieput te komen. In die tussentijd wordt door de warme zandlaag het water weer opgewarmd.

.