FAQ:
Haagse aardwarmte Leyweg (HAL)


De aardwarmteputten zijn in 2010 geboord. De putten hebben in een proefbedrijf warmte geleverd gedurende een korte periode. De putten zijn echter daarna enkele jaren niet gebruikt. In 2017 zijn ze geïnspecteerd en in 2018 schoongemaakt en hebben succesvol proefgedraaid.

De bronnen zijn nu klaar voor warmtelevering. Deze wordt dit najaar, aan het begin van het stookseizoen van 2021, gestart.

De aandeelhouders van Haagse Aardwarmte zijn het Energiefonds Den Haag, Hydreco Geomec B.V. en Perpetuum Energy Partners B.V.. Haagse Aardwarmte heeft als doel om aardwarmte te produceren voor de verduurzaming van de warmtenetten in Den Haag. De aandeelhouders van Haagse Aardwarmte zijn nauw betrokken bij veel van de bestaande aardwarmte projecten in Nederland. Haagse Aardwarmte werkt nauw samen met de gemeente Den Haag, Eneco en Uniper (voorheen E.ON) in de planvorming en de uitvoering van dit project. Ook zal Haagse Aardwarmte continu in contact blijven met omwonenden, bedrijven en andere belanghebbenden, zoals het wijkberaad, om afstemming over dit project en aanverwante zaken te zoeken.

De bronnen leveren warmte sinds eind 2021 aan het stadsverwarmingsnet van Eneco.

Na de realisatie van het project viel de afzet uit de bron tegen door de nauwelijks te voorziene vastgoedcrisis die de woningproductie stil deed vallen. Daarmee viel de business case onder Aardwarmte Den Haag weg en uiteindelijk werd het project in 2013 failliet verklaard.

Er zijn inmiddels voldoende woningen en andere bedrijven op het warmtenet aangesloten om de aardwarmteproductie rendabel te kunnen laten draaien. Daarnaast zijn er enkele beleidsmatige ontwikkelingen die de herontwikkeling van Aardwarmte Den Haag nu zeer kansrijk maken (Energierapport van voormalig Minister Kamp, waarin wordt aangeven dat geothermie een van de belangrijkste alternatieve warmtebronnen is; de visie en steun van de gemeente die geothermie zien als de belangrijkste bron van lokale, duurzame warmte voor Den Haag) en het Masterplan Geothermie.

De bovengrondse aardwarmte installatie komt in het bestaande ketelhuis (kathedraal), waar een kleine uitbreiding aan wordt gebouwd, en is nauwelijks zichtbaar. Een bron blijft gemiddeld 35 jaar staan.

Er kan door de bron aan de Leyweg voldoende warmte worden geproduceerd voor circa 4.000 woningen.

HAL kan uiteindelijk aan 4.000 woningen duurzame warmte leveren, totaal 100.000 GJ aan warmte per jaar of 0,024% van het huidige Haagse warmteverbruik.

Voor het volledig gasloos maken van Den Haag zuidwest zijn meerdere duurzame warmtebronnen nodig zoals restwarmte uit de Rotterdamse haven, aquathermie en warmte-koude opslag en aardwarmte.

Er is een SDE+ subsidiebeschikking ontvangen voor 15 jaar. De subsidie is afhankelijk van de hoeveelheid geproduceerde warmte. Afhankelijk van de te hanteren gasprijs ligt de subsidie rond de €200 tot €400 per aangesloten huishouden.

De eindklant zal qua warmteprijs niets merken van de omschakeling van conventionele warmte naar aardwarmte.

Momenteel levert de centrale warmte voor het verwarmen van circa 2000 woningen. De planning is om dit uit te breiden naar warmte waarmee 4.000 woningen verwarmd kunnen worden.

De gemeente Den Haag is een belangrijke stakeholder in HAL.

Zoals gelezen kan worden in de Energietransitievisie Warmte van de gemeente Den Haag wil de gemeente in de toekomst een aanzienlijk deel van Den Haag aansluiten op en collectief warmtenet. Dit warmtenet zal naast conventionele warmte, industriële restwarmte en aquathermie ook warmte geleverd krijgen van verschillende geothermiebronnen. Er zijn op verschillende locaties binnen de gemeente projecten in voorbereiding. De gemeente kan deze vraag denk ik verder invullen.

Het is wenselijk dat de gemeente een belangrijke bijdrage levert aan het informeren en betrekken van omwonenden. Aardwarmte-ontwikkelaars hebben zich via een gedragscode verplicht om omwonenden te betrekken bij het aardwarmteproject. Actuele informatie via internet, op papier, via bijeenkomsten en een telefoonnummer voor contact.

Daar is binnen de huidige warmtewet nog geen mogelijkheid voor, maar dit zou in de nabije toekomst wel tot de mogelijkheden kunnen behoren.

Eneco betaalt voor de aardwarmte die geleverd wordt. De eindklant merkt niet of aardwarmte- of conventionele warmte geleverd wordt. De eindklant betaalt even veel.

Uniper zorgt in opdracht van Eneco voor de juiste verdeling van warmtelevering vanuit de verschillende bronnen op het warmtenet. Daarnaast heeft Uniper gasgetookte ketels en WKK’s op verschillende plekken in Den Haag aangesloten op het warmtenet.

Voor Haagse Aardwarmte is dat simpel: de putten waren hier al geboord.

Wij doen onze uiterste best schade in welke vorm dan ook, als gevolgd van onze werkzaamheden, te voorkomen. Meent u desondanks toch schade te hebben ondervonden van de activiteiten van Haagse Aardwarmte, dan vernemen wij dit graag via ons mailadres info@haagseaardwarmte.nl

De winning van Aardwarmte veroorzaakt nagenoeg geen geluid. Daarom zijn er ook geen maatregelen nodig.

De situatie op de locatie is veilig. In de aardwarmtebronnen zijn veiligheidsvoorzieningen getroffen in de vorm van afsluiters die hoge drukken kunnen weerstaan. De druk in de putten is in werkelijkheid zeer laag, één tot twee bar, en dit blijft ook zo als de bron in gebruik is.

Haagse Aardwarmte heeft de kennis en ervaring in huis om de veiligheid op de locatie te borgen. We werken met hoge veiligheidsstandaarden. Controle vindt plaats door Staatstoezicht op de Mijnen, de brandweer en de gemeente.

Alle activiteiten moeten voldoende aan de regels van het ministerie van Economisch Zaken en staan onder toezicht van Staatstoezicht op de Mijnen. Naast het ministerie van Economisch Zaken is de gemeente en de brandweer betrokken om de veiligheid op locatie te controleren.

De coating aan de binnenkant van de bovengrondse leidingen was niet goed aangebracht. Hierdoor is er pit-corrosie ontstaan en is er in het ketelhuis een kleine lekkage ontstaan. Dit is inmiddels verholpen.

Met seismisch onderzoek worden kunstmatig geluidsgolven opgewekt in de ondergrond. Deze golven leveren een globaal beeld op van de samenstelling en omvang van de bodemlagen tot maximaal 6 km diepte. De methode is vergelijkbaar met het maken van een echo in het ziekenhuis. Bij seismisch onderzoek op land maakt de operator vanaf de oppervlakte diverse boorgaten op 40 tot 100 meter afstand van elkaar. Elk gat heeft een doorsnede van acht centimeter en is maximaal 40 meter diep. In de gaten wordt een kleine lading springstof geplaatst. De gaten worden vervolgens geheel afgedicht met klei. Bovengronds worden diverse microfoons (geofoons) op het onderzoeksterrein geplaatst. Door het ontsteken van de springstof ontstaan geluids- of drukgolven. Aan het oppervlak is dan een doffe plof te horen en dichtbij de boorgaten kunnen trillingen te voelen zijn. Dit is vergelijkbaar met de trilling van een voorbijrijdende vrachtwagen. De geofoons registreren de geluidsgolven of trillingen. Deze gegevens leveren een grofmazige ‘foto’ op van de samenstelling van de ondergrond.

In het geval van nood bel de betreffende hulpdiensten.

Bij het testen van de broncapaciteit is geconstateerd dat er met één kubieke meter aardwater ook ongeveer één kubieke meter gas mee naar boven komt. Dit opgeloste gas heet gas-bijvangst. De kwaliteit en samenstelling is vergelijkbaar met het aardgas uit het gasnet.

Indien de bron een vol jaar op maximaal vermogen draait zou de hoeveelheid bijvangstgas uit de bron maximaal 1.500.000 Nm3 per jaar kunnen zijn. Dit is voldoende voor 1.000 huishoudens

Het gas wordt bovengronds van het water gescheiden in een gasscheider. Hiermee voorkomen we dat de gasbelletjes de warmteoverdracht in de warmtewisselaar verminderen.

Het is nog onzeker hoe lang we opgelost gas zullen aantreffen in het aardwarmte-water. De verwachting is dat dit voor een lange periode stabiel zal zijn, maar het is ook denkbaar dat de bron na enige tijd ‘opdroogt’ en alleen maar water blijft produceren. De hoeveelheid gas kan niet substantieel vergroten.

Er staat een gasscheider bij de aardwarmtecentrale, die het gas van het water scheidt. In de aardwarmtecentrale van Haagse Aardwarmte staat een ketel die het gas omzet in warmte en dit direct aan de stadsverwarming levert.

Nee, het gas wordt niet opgeslagen.

Standaard wordt het bijvangst gas (formatiegas) nuttig aangewend in warmte in een speciaal daarvoor geplaatste ketel. Een (nood)fakkel is een verplicht onderdeel van een geothermie installatie. In dit project zal Haagse Aardwarmte een vlamloze fakkel plaatsen, om lichtverstrooiing te voorkomen, die dient als noodvoorziening als bijvoorbeeld de ketel uitvalt en de geothermische installatie doordraait.

Nee dit is onwenselijk en potentieel gevaarlijk als het gas zich zou ophopen ondergronds.

Nee. Daarvoor is de hoeveelheid en het volume van het opgeloste bijvangstgas veel te klein.

De aardwarmtebron voldoet volledig aan de eisen die worden gesteld door het bevoegd gezag en haar toezichthouder (Staatstoezicht op de Mijnen). De beschermingsbuizen (casing) van de bro n hebben gasdichte verbindingen en kunnen zeer hoge drukken weerstaan. De bovengrondse bronafwerking (wellhead) is geschikt voor een druk van ruim 200 bar. Alle openingen in de wellhead zijn afgesloten met afsluiters met een zelfde drukklasse. De druk in de putten is in werkelijkheid zeer laag, één tot twee bar, en dit blijft ook zo als de bron in gebruik is.

Het gas is opgelost in het water. Door de druk van de waterkolom in de put, blijft het gas opgelost in het water en kan het gas niet vrij naar boven komen. Pas als we gaan pompen en de druk op de vloeistof wordt verlaagd, ontstaan er gasbelletjes in de put. Dit is te vergelijken met het openen van een fles Spa Rood. Zo lang de bron niet produceert, komt er geen gas vrij.

Nee. Ondanks dat de druk in werkelijkheid zeer laag is in de putten, hebben de beschermingsbuizen (casing) van de bron gasdichte verbindingen en kunnen ze zeer hoge drukken weerstaan. Ook de bovengrondse bronafwerking (wellhead) is geschikt voor een druk van ruim 200 bar. Alle openingen in de wellhead zijn afgesloten met afsluiters met een zelfde drukklasse. Het hele systeem is een gesloten systeem. Daarnaast is het zo dat de waterkolom van twee kilometer water in de bron het vrijkomen van gas tegenhoudt.

Ja. Het bijvangstgas is van Haagse Aardwarmte.

In aardgas zit van nature een kleine hoeveelheid radongas. Dit radongas wordt met het aardgas naar de afnemer, eindverbruiker, getransporteerd en komt vrij in de woning in keuken en bij de CV installatie. Radon is radioactief, en wanneer dit wordt ingeademd worden mensen blootgesteld aan ioniserende straling. Uit onderzoek door het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) blijkt echter dat de hoeveelheid radon die vrijkomt geen risico met zich meebrengt voor de volksgezondheid.
.